Steun aan personen in een woonzorgcentrum
Wat
Het OCMW kan steun geven om de kosten van een bewoner in het woonzorgcentrum te helpen dragen. Dit wanneer de spaargelden en de maandelijkse inkomsten niet volstaan om de kosten te dragen. Vooraleer de steun kan starten, wordt een uitgebreid vermogensonderzoek gedaan.
Tijdens de periode van de steun wordt het vermogen beheerd door het OCMW. Dit betekent dat alle inkomsten van de bewoner gestort worden op een budgetbeheerrekening, waarmee de maatschappelijk werker ook de afgesproken uitgaven kan betalen. De steunverlening van het OCMW wordt eveneens op deze rekening gestort.
De steun is in principe steeds terugvorderbaar. Dit wil zeggen dat bij overlijden van de bewoner, het OCMW deze steun zal terugvorderen op de nalatenschap/erfenis indien mogelijk. Het OCMW zal ook steeds een hypotheek nemen op de eigendommen.
Voorwaarden
De kosten die door het OCMW ten laste kunnen worden genomen, liggen vast in de afsprakennota (bijvoorbeeld: de ligdagprijs, de was, stomerij en herstellingskosten van linnen, basisbijdragen voor het ziekenfonds, pedicure of manicure op voorschrift, incontinentiemateriaal, …).
De kosten die door de bewoner zelf betaald moeten worden, liggen vast in de afsprakennota (bijvoorbeeld: kledij en schoenen, kapper, dranken, kinesitherapie niet op medisch voorschrift, gebruik van telefoon en internet…).
Bepaalde kosten kunnen door het OCMW ten laste genomen worden, mits een afzonderlijke individuele steunaanvraag mét een positieve raadsbeslissing (bijvoorbeeld: kosten voor rolstoel, brillen…).
Onder bepaalde voorwaarden kan de gemeente tussenkomen in de begrafeniskosten (zie de bijlage: afsprakennota rusthuis en begrafenisreglement).
De steun is enkel van toepassing voor erkende woon- en zorgcentra.
Er wordt verwacht dat de bewoner opgenomen wordt in de goedkoopste beschikbare kamer van het gekozen woonzorgcentrum.
Procedure
Een maatschappelijk werker voert een inkomstenonderzoek uit: hij/zij gaat de inkomsten en spaargelden nakijken. Er wordt ook nagegaan of er eigendommen zijn. Voor dit onderzoek gaat het OCMW 10 jaar terug in de tijd.
De steun kan starten zodra de bewoner nog maximaal € 2.500,00 beschikbaar heeft in spaargelden en inkomsten.
Wat meebrengen?
- Uw identiteitskaart.
- De bewijzen van uw bestaansmiddelen: uw actuele inkomsten en uw spaargelden.
- Bewijzen van eigendommen.
- Uw uitgaven.
- Een bewijs van opname in een erkend woon- en zorgcentrum met de bijhorende kosten.
Bedrag
Het bedrag van de steun is afhankelijk van situatie tot situatie.
Bijlagen
Bijlage | Size |
---|---|
464.62 KB |